Home, sweet home…of niet misschien…?

 In Beroerte

Dinsdag 7 november. Ontwaken en al vechtend naar toilet, 4 meter ‘cross country’. Het lukt, een klein sanitair stopje is al snel  15 à 20 minuten calvarie. Eén verschil met gisterenochtend, ik weet het nu op voorhand dat het niet in 1,2,3 gefikst is.

Ondertussen doet de monitor zijn werk en alle waarde, zijn echt wel OK! Eigenlijk wel. Je wist dat die waarden ok waren maar in tegenstelling tot ‘ervoor’ sta je er nu wel bij stil. Ergens ben je gerust dat ook daar geen probleem is. Hoe gek het ook klinkt, dit is een teken van positiviteit, je staat even stil bij dingen die anders zo logisch lijken. Of dit een invloed heeft op mijn mentale ‘toestand’? Nee! Ik bent op dit moment echt alle zin voor een positieve kijk op iets kwijt. Is weg.

Verpleegster komt even op de kamer om een staaltje bloed te prikken, suikerwaarde opvolgen. Ik vraag natuurlijk naar het oordeel van de dokter m.b.t. mijn vraag om naar huis te gaan. De verpleegster is nog maar net haar ochtenddienst gestart en blijft me het antwoord schuldig. Spijtig. Mijn focus ligt volledig op mijn (t)huis. Misschien later even vragen of polsen bij iemand.

Ondertussen zijn we nog maar een beetje gevorderd in de voormiddag. Tijd sluipt erg traag voorbij. Ondertussen ben ik permanent aan het denken aan wat er gebeurd is. Vermits we een maand verder zijn kan ik nu zeggen dat je 2 dagen na het voorval eigenlijk nog geen idee hebt van wat je te wachten staat. En er staat je nog heel wat te wachten, zowel in de negatieve als positieve zin. Hoe teneergeslagen je ook bent, er komen positieve dingen op je pad. Dingen waarvan je nooit zou verwachten dat het een positieve invloed op je psychische gesteldheid heeft.

Ondertussen zijn we een stukje over het middaguur. Verpleging komt weer een suikerprikje doen. Monitoren doen hun werk en ik lig nog in bed. Wachtend en smachtend naar m’n vrouw. Eigenlijk is dat geen nieuw gevoel, ik heb steeds uitgekeken om m’n vrouw te zien. Na een dag ‘on the road’ rijd ik steeds met vol verlangen terug naar huis. (‘k weet het, klikt nogal melig, maar het is zo). Mijn vrouw, Shirley, is mijn beste anti – depressiva, die kan me kalmeren. Fijn!

Hoor ik iemand over ‘Meneer Gebruers’ spreken in de gang? Ja, verpleging en de dokter. Lang verhaal kort maken. Niettegenstaande de lichte tegenzin van de dokter mag ik naar huis. Yes, gewonnen (zo voelt het aan), ik kan en mag naar huis. Ettelijke seconden na het goede nieuws bel ik m’n vrouw, ze mag me komen halen.

Naar huis, dit lijkt een grote stap in de goede richting, lijkt……..


Volgende post: Thuis: dit is geen goede evolutie…

Reageer op dit artikel

Laat als eerste een reactie achter.

Geef een reactie